Bij renovatie of restauratie komt vroeg of laat het
herstel van metselwerk
aan de orde.
Wanneer dat
metselwerk
dat in slechte staat verkeert, moeten keuzen gemaakt worden. Het minst ingrijpend is
onderhoud:
kleine beschadigingen aan natuur- of
baksteen
en
voegwerk
worden bijgewerkt. Vaak kan een blok
natuursteen
geïmpregneerd
worden, zodat het aanwezig blijft als authentiek deel van het monument.
Wanneer een steen tezeer aangetast
is om zijn dragende functie te vervullen, kan gekozen worden voor het al dan niet
gedeeltelijk vervangen van de steen, dit heet
'
inboeten'.
Soms wordt om esthetische redenen gekozen
voor zo'n kleine reparatie.
Helaas moet soms geconstateerd worden dat onderhoud te lang achterwege gebleven is:
een deel van het metselwerk - dat wil zeggen meer dan enkele stenen naast elkaar -
moet dan
vervangen worden.
Nog verder gaat het
reconstrueren
van dat wat er
helemaal niet meer is, zoals een natuurstenen
venstertracering,
waarvoor al lang geleden een
gietijzeren
exemplaar in de plaats kwam.
Als het goed is bepaalt alleen de technische staat van de
muur in welke mate ingegrepen wordt.
In de praktijk blijkt uit de keuze tussen de genoemde mogelijkheden de restauratiefilosofie van de
architect en/of opdrachtgever. Wanneer bij een
romaanse
kerk met muren in
kistwerk
de 'minder fraaie'
buitenschil omwille van 'het plaatje' compleet vervangen wordt,
is dat niet alleen een onnodige aantasting van de
documentaire waarde van de gevel, ook constructief ontstaan er door vervanging vaak
onvoorziene technische problemen.
Zoals gezegd: vervanging van delen is niet steeds te voorkomen, maar dient
beschouwd te worden als een aantasting, die dan ook zo beperkt mogelijk moet blijven.
Voor aangetast voegwerk is partieel herstel vrijwel altijd voldoende om
bouwkundige gebreken op te lossen.
Totale vervanging zou daarom in principe verboden moeten worden.
Bovendien leidt ze vaak zowel tot een onwaarachtig beeld als tot nieuwe
technische problemen.
Tekst: Jean Penders, 04-2006. Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders